Ik, nu ik staar : de wereld
draait mij los van jou
& bij god verdomd in gebreke.
Het licht puft muf
gordijnen door,
de dag hoeft niet
zo nodig. Baaldag.
Jij, nu je slaapt : de wereld
is jou glad ontgaan, nergens
aan jouw lijf is iets mislukt.
Gaussiaans vervaagd
droom jij van ons.
Het geluk is daar
wanneer je lacht.